In de maand juni was er veel te doen in de straat. Opeens moest ik van alles wat vinden. En dat over wel heel uiteenlopende thema’s. Over miljardairs die verongelukten in een duikboot tijdens een zoektocht naar het wrak van de Titanic. Over de uitspraak van een rechter in een zaak over een mensonterend fataal doopritueel. En een keer zelfs over het fietsgedrag van mijn vriendelijke Chassidische buren in de stad. Maar over dit laatste ga ik niet verder uitweiden, want wat men toen vond dat ik moest vinden, dat vind ik niet passen op dit blad.
Eigenlijk moest ik niet per se iets vinden over deze zaken an sich. Ik moest vooral iets vinden van het feit dat dit allemaal paste in een groot complot van de elite tegen de rest. ‘Want naar die vijf miljardairs die gezonken waren, werd met man en macht gezocht. Niet dat dat erg is, maar wat dan met die honderden vluchtelingen die verdrinken in de Middellandse Zee?’. En met die uitspraak van die rechter was ook van alles mis. ‘Want wat als die beschuldigden niet van rijke komaf waren, laat staan een andere huidskleur hadden? Denk je dat ze er dan zo makkelijk van af hadden gekomen?’
“Het probleem is het volgende, en dit kan binnenkomen als een schok: Je kan pas wat vinden als je eerst goed hebt gezocht”
Het grote probleem stelde zich wanneer ik in deze situaties meestal met mijn mond vol tanden stond. Weet je, ik volgde deze gebeurtenissen allemaal erg grondig. In de krant, in het journaal, op de radio. Ik vond het erg interessant. Maar wanneer grote begrippen als klassenjustitie en de vloek van de elite naar boven kwamen, merkte ik dat ik het moeilijk vond er iets van te vinden. Daarbovenop merkte ik dat mijn hele vroegere mensbeeld aan het wankelen was geslagen.
Ik ben namelijk lang eerder pessimistisch geweest over de mens. Want de mens buit alles en iedereen uit als het zijn eigen comfort ten goede komt. Haal je de politie een nacht van de straat, dan moordt de mens, verkracht de mens, overvalt hij elke winkel op zijn pad. Hij zet de hele stad in de fik als niemand hem dit zou verbieden. Kortom de mens is slecht.
Althans dat dacht ik. Want hoe meer ik erover nadacht en vooral: hoe meer ik om me heen keek, hoe meer ik zag dat dat allemaal wel meevalt. Je hebt de enkeling die het voor iedereen verpest, die je onveilig laat voelen in het verkeer, in de rij aan de kassa of in dat steegje op weg naar huis in het midden van de nacht. Maar de meeste mensen zijn best aardig. De meeste mensen willen geen ander pijn doen. De meesten willen helpen en lief zijn en kort even praten over het weer, God betert, als we samen wachten op de bus.
En zo vond ik het opeens heel moeilijk er zomaar van uit te gaan dat de mensen die die miljardairs zochten, zouden wegkijken als een boot vluchtelingen zinkt. Of dat een rechter anders gaat oordelen omdat een beklaagde een groter en duurder horloge draagt. Er is eigenlijk iets zeer ernstigs gebeurd. Noem me gerust naïef. Maar ik begon echt te denken dat hulptroepen op zee hun werk doen om mensen te redden, wie dan ook. En dat een rechter handelt naar eer en geweten, los van wie hij voor zich heeft.
Plots vond ik het moeilijk zomaar van alles wat te vinden. Ik kan niet zomaar uitgaan van het slechte van de mens. En dat begint me stilletjes aan zeldzaam te maken. Toch als ik even kijk op social media of mijn oren spits ergens op een late middag in een bruin café. Ofwel hebben deze mensen alles grondig onderzocht, dat zou zomaar kunnen. Ofwel dachten ze dat ze heel veel mochten vinden zonder te zoeken. Maar het probleem is het volgende, en ik waarschuw je liever even voor het geval dit binnenkomt als een schok: Je kan pas wat vinden als je eerst goed hebt gezocht. Niet omdat je zomaar een gevoel hebt. En ik kan het weten, want gisteren nog was ik mijn telefoon kwijt. En op het gevoel vond ik hem niet zomaar terug. Ik heb gezocht.
Misschien zouden we dat allemaal beter doen. Eerst even zoeken voor we denken zomaar alles te kunnen vinden. Of nee, weet je, dat ze allemaal hun zin maar doen. Het zal wel ergens uit een voor mij onbekende noodzaak voortkomen. Ik vind er niets van. En dat is eigenlijk heerlijk.